Iedereen die een omgevingsvergunning aanvraagt voor een huis of een bedrijfspand kan te maken krijgen met het laten uitvoeren van een bodemonderzoek. Dit geldt ook als u bijvoorbeeld grote graafwerkzaamheden in de grond wil gaan verrichten.

Hoe werkt het?

U kunt op de volgende manieren te maken krijgen met bodemonderzoek:

  • bij de aanvraag van een omgevingsvergunning;
  • bij aan- of verkoop van grond, bij het aangaan of beëindiging van erfpacht overeenkomsten of huurovereenkomsten;
  • wanneer u grond gaat verplaatsen;
  • wanneer u een onderzoeksbevel krijgt. Die kunt u krijgen als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat er bij u sprake is van een bodemverontreiniging.

Wie doet bodemonderzoek?

De eigenaar van de grond moet in de meeste gevallen het onderzoek zelf regelen. Bedrijven die bodemonderzoek doen staan bijvoorbeeld in de Telefoongids(externe link) bij het onderwerp bodemonderzoek of milieuonderzoek. Vraag vrijblijvend meerdere offertes op, want de prijzen kunnen verschillen. Let wel dat bedrijven die bodemonderzoek doen alleen bodemwerkzaamheden mogen verrichten als zij daarvoor een erkenning (in de vorm van een certificaat of accreditatie) hebben.

Waaruit bestaat een bodemonderzoek?

Een bodemonderzoek kan uit verschillende stappen bestaan. Hieronder hebben wij voor u de verschillende stappen/onderzoeken beschreven.

Historisch onderzoek

Een historisch onderzoek wordt ook wel vooronderzoek genoemd. Elk onderzoek begint met een duik in de geschiedenis. Dit wordt gedaan om te achterhalen of we bodemverontreiniging kunnen verwachten. De gemeente heeft diverse bodemrapporten in het archief. Als u uw grond wilt laten onderzoeken, is het handig eerst de gegevens over uw terrein op te vragen. Als er een bodemonderzoek is, kunt u dat bij ons komen inzien. Als er niets bekend is, moet u zelf het bodemonderzoek organiseren. Een aanvraagformulier voor historisch bodemonderzoek kunt u bij de gemeente opvragen.

Verkennend onderzoek

Na het historische onderzoek weten we wat we kunnen verwachten in de bodem. De volgende stap is het nemen van bodemmonsters. Op verdachte plaatsen, bijvoorbeeld bij een ondergrondse olietank, worden altijd wat extra boringen verricht. De conclusies en aanbevelingen worden in een rapport gezet.

Aanvullend onderzoek

Bij een verontreiniging is aanvullend onderzoek nodig. De grondmonsters in het verkennend onderzoek worden meestal gemengd en afzonderlijk nog eens geanalyseerd. Soms is voor een aanvullend onderzoek een beetje extra veldwerk nodig.

Nader onderzoek

Als uit het verkennend onderzoek blijkt dat de bodem vervuild is, wordt er nader onderzoek verricht. Uit het nader onderzoek blijkt vaak:

  • welke stoffen het zijn;
  • waar de vlek precies is (ook bij de buren?);
  • hoe diep de vervuiling zit (ook in het grondwater?);
  • zijn er risico’s voor mensen of het milieu;
  • kan het zich verspreiden, en zo ja, hoe snel dat zal gaan;
  • saneringsnoodzaak en op welke termijn.

Als er sprake is van een bodemverontreiniging dan moet dit bij de gemeente worden gemeld.

Saneringsonderzoek

Bij ernstige vervuiling is er een saneringsplicht. Hiervoor wordt een saneringsonderzoek opgesteld. Dit onderzoek zet alle voor- en nadelen op een rijtje. Als de juiste saneringsvariant bekend is, moet er een saneringsplan komen. Dit plan beschrijft precies hoe de sanering moet gebeuren.

Monitoringsonderzoek

Soms is saneren niet nodig maar moet de verontreiniging worden gevolgd (monitoren). Bijvoorbeeld of er een verspreidingskans naar het grondwater is. Elk jaar is dan een klein bodemonderzoek nodig om te zien of de vlek groter is geworden. Van tevoren is besloten wat nodig is als de vervuiling groter wordt. Als de verontreiniging een paar jaar hetzelfde blijft, is een jaarlijkse monitoring niet meer nodig.

Wat kost het?

De kosten voor het beoordelen van een bodemonderzoek vindt u in de legesverordening(externe link).