Wilt u snoeihout verbranden? Vanwege het broedseizoen mag u snoeihout verbranden tussen 15 juli en 1 april. U moet zich wel houden aan een aantal regels en u moet een melding doen.

Melding doen van verbranden snoeihout

Hoe werkt het?

Als uw melding is binnengekomen worden uw gegevens beoordeeld door de gemeente. Als de gemeente akkoord is dan krijgt u de originele aanvraag weer teruggestuurd, inclusief de toestemming.

Wanneer mag ik branden?

Snoeihout verbranden mag als u zich houdt aan een aantal voorschriften (zie hieronder) en als het verbranden buiten de bebouwde kom plaatsvindt. Ook moet u in het bezit zijn van een geldige ontheffing van de gemeente. 

Op 1 april begint het officiële broedseizoen. Tijdens het broedseizoen mag er geen snoeihout worden verbrand omdat er een grote kans is dat vogels inmiddels nesten in de bulten hout hebben gemaakt of dat andere dieren er een onderkomen in hebben gevonden. Het is in de Flora- en faunawet verboden om nesten en dergelijke te vernielen of te verstoren. Het broedseizoen duurt tot 15 juli. Vanaf die datum mag er weer snoeihout worden verbrand.

Voorschriften verbranden snoeihout

Bij het verbranden moet rekening worden gehouden met de volgende voorschriften: 

  • Tijdens het broedseizoen (1 april - 15 juli) mag geen snoeihout worden verbrand. 
  • Er mogen geen andere (milieubelastende) stoffen worden verbrand, zoals autobanden en meubels. 
  • Bij het aansteken mag alleen vaste brandstof gebruikt worden (gèèn benzine, petroleum e.d.). 
  • Het vuur moet onder voortdurend toezicht staan van een verantwoordelijke meerderjarige persoon (minimaal 18 jaar). Ook moeten er schoppen en blusmiddelen aanwezig zijn, om wanneer dat nodig is de verbranding te verminderen. 
  • Het vuur mag geen gevaar of hinder opleveren voor de omgeving. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de verkeersveiligheid. 
  • Het verbranden mag alleen plaatsvinden op een perceel dat in eigen beheer is, buiten de bebouwde kom. 
  • De afstand tussen een stookplaats en een gebouw of andere brandbare stoffen moet tenminste 50 meter zijn. - De afstand tussen de stookplaats en een sloot of boomwal moet tenminste 25 meter zijn. 
  • De brandstapel mag niet groter zijn dan 10 m3. 
  • Het verbranden mag alleen plaatsvinden als er geen tot matige wind is (maximaal windkracht 4). De windrichting moet zodanig zijn dat geen (zware) rook over de openbare weg en / of in de richting van de bebouwing trekt. 
  • Tussen zonsondergang en zonsopkomst is het aanleggen, stoken of hebben van vuur niet toegestaan. 
  • Bij het verlaten van een stookplaats moet het vuur afdoende zijn geblust, op zo’n manier dat geen gevaar bestaat voor doorsmeulen of weer opvlammen van de brandbare stoffen. 
  • Eventuele aanwijzingen van de politie, brandweer en/of de gemeente moeten strikt worden opgevolgd. 
  • Eventuele door de brandweer gemaakte kosten zullen op de veroorzaker worden verhaald. 
  • Vuur stoken in droge periodes of wanneer er storm op komst is, brengt het risico op natuurbrand met zich mee. Kijk daarom - voordat u gaat stoken - op www.natuurbrandrisico.nl(externe link) om te bepalen of u mag stoken en zo ja, hoe u dat op een verantwoorde wijze kunt doen. U mag bij code 2 niet stoken ondanks dat u een ontheffing hebt om snoeihout te verbranden. Op de website van de gemeente wordt u ook op de hoogte houden van de situatie. Voor meer informatie kunt u bellen met het algemene telefoonnummer van de gemeente: 140511

Verbranden ander materiaal 

Deze algemene voorschriften zijn geldig voor het verbranden van snoeihout. Het verbranden van andere voorwerpen of stoffen blijft in principe verboden. 

Geldboete 

Bij een illegale verbranding kan een maximale geldboete van € 2.250,- worden gegeven.